Hypothese
Van te voren gaan we bedenken wat we van het onderzoek verwachten. Dit gaan wij doen door middel van een hypothese. Wij gaan mogelijke antwoorden geven op de hoofd- en deelvragen voordat wij het onderzoek hebben gedaan. We schrijven op wat de mogelijke antwoorden op de hoofd- en deelvragen zijn.
Dit zijn onze hoofd- en deelvragen:
Hoofdvraag:
1. Hoe kunnen de woorden in de straattaal zich ontwikkelen?
Deelvragen:
1. Waarom gebruikt men straattaal?
2. Door wie wordt straattaal gebruikt?
3. Door welke factoren wordt straattaal beïnvloed?
4. Wat zijn de effecten van het gebruik van straattaal?
Hieronder volgen onze hypotheses op de hoofd- en deelvragen:
Hoofdvraag:
1. Men gebruiken straattaal voor personificatie om het individu te laten zien door middel van taalgebruik. Als een woord in trek raakt bij teveel mensen, staat het woord niet meer garant voor de personificatie van de bedenker. Het woord hoort niet meer bij hem, maar bij een brede groep jongeren. Om zichzelf weer te laten 'zien' of te uiten, gebruikt hij nieuwe termen, die later weer worden opgenomen door andere jongeren. Zo ontwikkelt de straattaal zich door.
Deelvragen:
1. De straattaal wordt vooral gebruikt ter personificatie. Om het individu te laten zien.
2. Vooral jongeren.
3. Er zijn meerdere factoren die de straattaal beïnvloeden. De grootste factoren zullen cultuur en volkeren en het individu.
4. Niet veel, aangezien grotendeel van de straattaal bestaat uit Nederlandse woorden en grammaticale constructies.